BETROUWBAARHEID en GELOOFWAARDIGHEID
...
Verzon OCMW Oostende een tussenkomst van de gouverneur
?

 TERUG


 

EEN WEDERVAREN MET HET OCMW OOSTENDE

De onwaarheid als strategie?

OCMW Oostende verwees ten onrechte naar een tussenkomst van de gouverneur

Oktober 2007 informeer ik verschillende politieke mandatarissen aangaande mijn wedervaren met het OCMW Oostende, meer bepaald m.b.t. de verwerping van mijn verzoek voor de vrijstelling van onderhoudsbijdragen in het kader van het stelsel 'onderhoudsplicht tegenover een in een rusthuis residerende ouder'. Twistpunt is het feit dat het OCMW nooit heeft gereageerd op mijn herhaalde vraag om de verwerping van mijn verzoek te motiveren. De verplichting tot uitdrukkelijke motivering van OCMW-bestuurshandelingen is geregeld door de wet van 29 juli 1991. Tijdens een dienstbetoononderhoud dienaangaande zei de OCMW-voorzitter me dat hij begrip kon opbrengen voor mijn verzuchtingen, maar dat hij jammer genoeg niets kon doen omdat de gouverneur mijn dossier had opgevraagd en mijn klachten i.v.m. de door mij betwiste OCMW-beslissing had geseponeerd. De OCMW-voorzitter bevestigde ook tegenover de door mij aangesproken politici de tussenkomst van de gouverneur. > bijlage 01 .

Wie zal twijfelen aan het woord van een OCMW-voorzitter?

Daar ik van mijn kant geen beroep had gedaan op het ambt van de gouverneur vroeg ik de gouverneur om uitleg. De gouverneur antwoordde, ik citeer: 'Over de polemiek die u met het OCMW Oostende had, betreffende het verhaal door het OCMW Oostende van de kosten van de maatschappelijke dienstverlening voor uw ondertussen overleden moeder, heb ik mij niet uitgesproken omdat dit niet de inhoud was van uw klacht* bij mijn ambt en ik ook niet bevoegd ben om mij daarover uit te spreken.' Ik meen dat uit dit antwoord van de gouverneur kan blijken dat de vanuit het OCMW Oostende beweerde tussenkomst van de gouverneur met betrekking tot mijn dossier onderhoudsplicht gewoon een verzinsel is. 

 

 

* De klacht  

Mijn klacht (6 juni 2000) waar de gouverneur naar verwijst in zijn schrijven van 19 februari 2008 had inderdaad niets te maken met de problematiek onderhoudsplicht.

Motief  klacht
Mijn beroep op de gouverneur d.d. 6 juni 2000 betreft het feit dat het OCMW Oostende niet had gereageerd op mijn verzoek om de door de directrice van het OCMW-rusthuis in haar schrijven van 14 oktober 1999 gehanteerde briefreferte ‘uw laatste schrijven’ te preciseren met minstens een datum. De gouverneur oordeelde dat het OCMW niet diende in te gaan op mijn verzoek om het vage briefkenmerk ‘uw laatste schrijven’ te verduidelijken omdat de vraagstellingen dienaangaande te maken hadden met de vertrouwelijke en inwendige werking van de OCMW-organen. Het oordeel van de gouverneur stoelt op het OCMW-verweerschrift van 28 jul 2000. In dit OCMW-verweerschrift staat echter niet  één woord opgetekend betreffende het motief van mijn beroep op het ambt van de gouverneur.  

 De vraag is:

Rechtmatig dat een hogere overheid

het beklag van een (democratisch) bestuurde burger

seponeert op grond van een verweerschrift

waarin niet één woord staat opgetekend

betreffende het klachtmotief

?

Voorgeschiedenis
OCMW negeert verzoek

De directrice van het OCMW-rusthuis ‘De Boarebreker’ meldt me per schrijven van 14 oktober 1999 dat mijn laatste schrijven op 3 september 1999 werd behandeld door het Bijzonder Comité Beheer. Uit de verificatie van mijn correspondentie blijkt echter dat mijn laatste schrijven dateert van 8 september 1999. Dit laatste schrijven verwijst naar mijn voorgaande brief van 3 februari 1999. Aangezien mijn laatste schrijven dateert van 8 september 1999 is het aldus niet mogelijk dat het enkele dagen eerder, namelijk op 3 september, werd behandeld. Bovendien is het van de rusthuisdirectie uitgaande schrijven inhoudelijk volstrekt irrelevant en ontwijkend ten opzichte van het motief van mijn laatste en voorafgaande brieven, respectievelijk gedateerd 8 september en 3 februari 1999.Ik acht het dan ook verantwoord om de rusthuisdirectie te vragen om de door haar gehanteerde briefreferte te verduidelijken met minstens een datum. Daar de rusthuisdirectie niet antwoordt, schrijf ik het OCMW-bestuur aan. Het OCMW reageert niet. Nochtans zou het  vervolledigen van de door de rusthuisdirectie gehanteerde briefreferte uw laatste schrijven met minstens  een datum reeds een normaal en afdoend antwoord geweest zijn ter weerlegging van mijn aanwijzing dat mijn laatste schrijven dateert van 8 september 1999 en bijgevolg niet enkele dagen voordien, meer bepaald op 3 september 1999 kon zijn voorgelegd aan het BCB.

 

Beroep op gouverneur

Vermits ook het OCMW-bestuur niet had gereageerd, doe ik per schrijven van 6 juni 2000 beroep op de gouverneur. Ik vraag de gouverneur om bij het OCMW Oostende tussen te komen opdat het OCMW het door de directrice gehanteerde briefkenmerk  uw laatste schrijven zou preciseren met minstens een datum. De gouverneur vraagt het OCMW om een uitleg. Het OCMW antwoordt per schrijven van 28 juli 2000 (kopie verweerschrift hieronder).

 

Gouverneur volgt het OCMW

De gouverneur laat me per schrijven van 4 augustus 2000 weten dat zijn ambt heeft geoordeeld dat het OCMW geen gevolg dient te geven aan mijn verzoek, omdat de door mij opgeworpen vragen te maken hebben met de vertrouwelijke en inwendige werking van de OCMW-organen. Het OCMW diende aldus niet te reageren op mijn verzoek om de door de rusthuisdirectie gehanteerde vage briefreferte uw laatste schrijven te verduidelijken.  Mijns inziens zou, zoals reeds gezegd, het vervolledigen van het vage briefkenmerk met minstens een datum een afdoend antwoord geweest zijn op mijn aanwijzing dat mijn laatste schrijven dateerde van 8 september 1999 en bijgevolg niet enkele dagen voordien, meer bepaald op 3 september 1999 kon zijn voorgelegd aan het BCB.

 

Oordeel gouverneur stoelt op irrelevant ocmw-weerwoord
Het ambt van de gouverneur seponeert mijn klacht op grond van het OCMW-verweerschrift van 28 juli 2000 (zie bijlage). Volgend op een occasioneel gesprek dat ik op 18 september 2000 had met de OCMW-voorzitter wordt me een kopie van het OCMW-verweerschrift overgemaakt. Markante vaststelling is dat er in het verweerschrift niet één woord te lezen staat betreffende het motief van mijn beroep op de gouverneur. Het verweerschrift is van het eerste tot het laatste woord naast de kwestie. Bovendien is het weerwoord een kluwen van halve waarheden (de leugen overstijgend) en flagrante onwaarheden, gemanipuleerde feitelijkheden en niet steekhoudende argumenten, ongegronde beweringen en tendentieuze insinuaties aan het adres van mijn persoon. Per aangetekend schrijven van 25 oktober 2000 heb ik het kwestieus verweerschrift van het OCMW punt voor punt weerlegd. Enige respons is uitgebleven.

Hierna een kopie van het OCMW-verweerschrift van 28 juli 2000. KLIK  > bijlage 2
Het stuk is onderverdeeld in acht fragmenten.
Bij het aanklikken van het cijfer naast een tekstfragment kan men kennisnemen van mijn weerlegging die inhoudelijk overeenstemt met mijn aan het OCMW overgemaakt weerwoord van 25 oktober 2000.

 

 


webboek over de zaak

online op 1 september 2012

 

Bijlage 1


 

naar boven

 

Bijlage 2

Waarheid en recht zijn de pijlers van de rechtsstaat
In een samenleving zonder waarheid en gerechtigheid is iedereen vogelvrij,
ten prooi aan laster en bedrog of het mogelijke slachtoffer van valse beschuldigingen
 

 

 

 

Het ocmw-verweerschrift is van het eerste tot het laatste woord naast de kwestie. Niet één woord betreft het motief van het beroep op het ambt van de gouverneur. Het door de ocmw-voorzitter onderschreven weerwoord is een kluwen van halve waarheden (de leugen overstijgend) en flagrante onwaarheden, gemanipuleerde feitelijkheden en niet steekhoudende argumenten, ongegronde beweringen en tendentieuze insinuaties.

 

 

RECHTMATIG

dat een

hogere overheid

een beklag van een (democratisch) bestuurde burger

seponeert

op grond van een verweerschrift

waarin niet één woord staat opgetekend

betreffende het klachtmotief

en

dat niet op een tegensprekelijke wijze werd opgemaakt

?

 

 



KLIK op het fragmentnummer voor kennisneming van weerlegging.



naar boven

 

 


naar boven

 

  E.Debaillie, 8400 Oostende